
De Volmolen aan de rand van Epen maakte in zijn hoogtijddagen onderdeel uit van de Vaalser lakenindustrie. De molen was in die industrie zelfs van belang, mede door de krachtige waterstroom van de Geul. De mogelijkheid om te vollen waren in de omgeving van Vaals te beperkt.
De molen komt aan het eind van de achttiende eeuw in handen van de familie Clermont. Zij verplaatste de lakenindustrie van Aken naar Vaals. In 1834 kwam de molen in handen van de familie Kannegieser. Deze familie voegde een wolspinnerij aan de molen toe om er wollen dekens te vervaardigen. Het huidige gebouw dateert uit deze periode.
Wolvezels
In latere jaren werd er door deze familie nog een lakenfabriek, een dekenfabriek en een kunstwolmolen aan het complex toegevoegd. In de fabrieken werden de wolvezels gewassen, gespoeld en gekaard. Hierdoor kwamen de vezels in de lengte naast elkaar te liggen en grepen ze in elkaar.
Brand
In 1867 brandde het grote bedrijf af en de fabriek raakte buiten gebruik. De molen werd niet kort daarna wel weer als spinnerij en vollerij in gebruik genomen. In 1870 werden de afgebrande fabrieksgebouwen met woning, de pachterswoning, schuur, stallen en andere gebouwen in een openbare verkoop verkocht aan Jan Hubert Linzen, brouwer uit Mechelen. Deze liet de volmolen ombouwen tot graanmolen. Daarbij werden de fabrieksgebouwen afgebroken. Hiermee kwam een eind aan de Epener textielnijverheid.
Aan het begin van de twintigste eeuw kwam de molen in handen van de familie Brauers. Zij ontplooiden hun activiteiten vooral op agrarisch gebied. Daardoor raakte de molen langzaam in verval. In 1973 brandde de molen uit. Hierdoor raakten reeds bestaande plannen voor restauratie in een versnelling.
In 1975 werd het complete gangwerk en de maalstoel van de Eikendermolen uit Heerlen geplaatst in de Volmolen. Daarna werd een grootschalige restauratie uitgevoerd. In 1977 werd de molen weer feestelijk in gebruik genomen als graanmolen. Zij levert tot op de dag van vandaag gemalen meel aan verschillende bakkers in Zuid-Limburg.
Foto: © Cor Niemantsverdriet
