Met een verrekijker kun je dieren van dichtbij bekijken. Maar welke verrekijker is geschikt om mee te nemen tijdens je wandeling? Waar moet je op letten als je een verrekijker gaat kopen?
Verrekijkers zijn er in alle soorten en maten. Niet alleen verschillen ze in prijs (van 50 tot 2500 euro), maar ook in gewicht (van 300 gram tot meer dan een kilo) en in functie. Tip 1 is daarom: bedenk voor je aankoop goed waarvoor je de verrekijker wilt gebruiken.
De vergrotingsfactor
Als je op internet of in de winkel de productbeschrijvingen van verrekijkers leest, zie je een aantal getallen staan. Bijvoorbeeld 10×42 of 8×42. Wat betekenen deze? Het eerste getal geeft de vergrotingsfactor aan, dus hoeveel keer de verrekijker het beeld dichterbij haalt. Bij het getal 8 haalt de verrekijker het beeld dus 8 keer dichterbij ten opzichte van het beeld dat je met je blote oog ziet. Als je een verrekijker met een vergrotingsfactor van 10 gebruikt en er staat een hert 100 meter bij je vandaan, dan lijkt het door de verrekijker alsof het hert 10 meter bij je vandaan staat.
Er zijn verrekijkers die een vergroting van 12 keer of zelfs meer hebben, maar kies als wandelaar een model dat maximaal 8 of 10 keer vergroot. Een model dat méér vergroot, heeft als nadeel dat het een onstabieler beeld geeft. Niet alleen het beeld wordt vergroot, maar ook de trillingen (doordat je armen/handen bewegen). Duurdere verrekijkers beschikken soms over beeldstabilisatie (Image Stabilizing). Deze techniek zorgt ervoor dat trillingen in je beeld verminderen.
De objectdiameter
Het tweede getal (bij bijvoorbeeld 10×42) staat voor de objectdiameter (in millimeters). Hoe groter de objectdiameter, hoe meer licht er door de lens valt. Een verrekijker van 10×42 laat dus meer licht door dan een model van 10×30 mm. In een donkere omgeving, bijvoorbeeld in een bos of in de avondschemering, heb je bij een grotere diameter een beter beeld dan bij een kleinere diameter. Voordeel van verrekijkers met een kleinere diameter is dat deze kleiner zijn en minder wegen.
Bedenk voor je aankoop dus goed waarvoor je de verrekijker wilt gebruiken. Wil je tijdens je wandeling in het bos of in de avondschemering uitgebreid vogels gaan kijken, dan is een grotere diameter handig. Wil je een verrekijker bij je hebben voor het geval je overdag wild in het veld ziet, dan is een kleinere diameter voldoende. De meest gebruikte verrekijkers door wandelaars hebben een objectiefdiameter van 42 tot 45 millimeter. Deze laten voldoende licht door, maar zijn niet te groot om mee te nemen.
De oogafstand (eye relief)
De oogafstand (eye relief) is de afstand tussen het oculair (de lens van de verrekijker waar je doorheen kijkt) en de plek waar het beeld wordt gevormd. Als je een bril draagt, is het raadzaam om een verrekijker te kiezen met een instelbare oogafstand. Door je bril is de afstand tussen het oculair en je oog groter dan zonder bril. Ga als je een bril draagt uit van een minimale oogafstand van 15 mm.
Het gezichtsveld (Field of View)
Dan is er nog de FOV (Field of View). Dit getal staat voor het gezichtsveld en geeft de breedte van het beeld op een afstand van 1 kilometer aan. Hoe groter het getal, hoe breder het gezichtsveld van je verrekijker. Een breed gezichtsveld is vooral handig bij het bekijken van bewegende objecten, zoals vliegende vogels.
De uittredepupil
Het getal bij de uittredepupil geeft weer hoe groot de opening is waardoor het licht op je eigen pupil komt. Dit is vooral van belang als je de verrekijker in het donker wilt gebruiken. Hoe donkerder het wordt, hoe groter je pupil wordt. Is de uittredepupil van de verrekijker kleiner dan de pupil van je oog, dan is het moeilijker om het beeld te zien.
Gebruik je de verrekijker veel in het donker, dan is het van belang dat de uittredepupil minimaal net zo groot is als je eigen pupil in het donker. Normaal gesproken kan de pupil van het menselijk oog variëren van 2 tot 7 mm. Je kunt de uittredepupil van de verrekijker gemakkelijk berekenen door de objectiefdiameter te delen door de vergrotingsfactor. Stel je hebt een verrekijker van 8×42, dan is de uittredepupil 42/8=5,25. Deze verrekijker is dus niet geschikt als nachtkijker. Ga voor een nachtkijker uit van een uittredepupil van minimaal 7 mm.
Dioptrie correctie
Bij sommige verrekijkers kun je een verschil tussen je linker- en rechteroog corrigeren. Je kunt het beeld dus per oog scherpstellen.
Verschillende typen verrekijkers
Er bestaan twee typen verrekijkers: de porro-verrekijker en de dakkant-verrekijker. Wat is het verschil? Bij het eerste type (de porro) gaat het beeld door een N-vorm. De prisma’s en het objectief staan niet recht tegenover elkaar. Voordeel van deze verrekijkers is dat je iets meer diepte ziet. Bij dakkant-verrekijkers staan de prisma’s achter elkaar. Het licht gaat recht door de verrekijker. Voordeel van deze verrekijkers is dat ze iets kleiner zijn.
De meeste verrekijkers bestaan uit twee objectieven waar je met beide ogen doorheen kijkt. Er bestaat ook verrekijkers met maar één objectief: het monoculair. Deze verrekijkers zijn lichter en kleiner en zijn daarom makkelijk mee te nemen. Ze zijn vooral geschikt voor het bekijken van vogels en wild. Nadeel van een monoculair is dat je er minder diepte mee ziet doordat je maar met één oog kijkt.
Bron: Wandel.nl