Deel dit:
Share

De Cranenweyer in Kerkrade, ook wel bekend onder de naam “Groene Long”, vormt een 220 hectare groot beekdal met op de hellingen bossen waarin bronbeekjes ontspringen. Het ligt ingeklemd tussen de Dentgenbachweg in het westen, de spoordijk van het Miljoenenlijntje in het noorden en oosten en de Steenweg van Kerkrade naar Heerlen in het zuiden. Vroeger meanderde de Anselderbeek door het dal.

Door de mijnbouw verzakte de bodem in het beekdal. Dit gebeurde als er weer eens een mijngang instortte. Hierdoor zette de Anstelerbeek steeds meer mijnslib af en werd het gebied moerassig. Het was een gevaarlijk gebied waarin zich niet veel mensen waagden. Het bestond uit slikken, plasjes en rietvelden met Riet, Grote lisdodde, verscheidene Zegges en Pitrus. Langs de meanderende Anselderbeek lagen kleine zijtakken, slikken en plasjes. Deze ontstonden vooral als het hard had geregend.

Het was wel een fraai gebied voor vogels, er broeden Waterrallen, Rietgorzen, Bosrietzangers, Wilde eenden en andere moerasvogels. Tijdens de vogeltrek waren er zelfs regelmatig Kraanvogels te vinden, die hier een korte rustpauze inlasten. Aan deze statige dieren dankt het gebied ook zijn naam, Cranen- (kraanvogels) weyer (vijver).

De aanleg van het stuwmeer betekende een teruggang voor een aantal vogelsoorten, maar ook de komst van nieuwe soorten. De meeste steltlopers vertoonden een sterke teruggang en de duikeenden kwamen juist op. De Meerkoet (circa 20 territoria, circa 150 overwinteraars per jaar) en de Fuut (1996: 19 territoria, 2002: 9 territoria) zijn sindsdien algemene soorten in het gebied. In het gebied houden zich regelmatig groepen watervogels op.

Flora
Op de oostelijke dalhelling liggen fraaie hellingbossen. In deze bossen leven Boomkruipers, spechten en allerlei soorten mezen. Op de dalhelling liggen ook veel bronnetjes. In de buurt van de bronnen vinden we in het voorjaar een fraaie flora met Dotterbloem en Pinksterbloem. Langs de bronbeekjes groeit Bosanemoon en Speenkruid. Op de Bosanemoon (en soms ook op Speenkruid) parasiteert een bijzondere paddestoel: de Anemonenbekerzwam.

Een bijzonder cultuurhistorisch element in het gebied is een rij oude geknotte Haagbeuken. Deze stammen uit ongeveer 1870 en markeren nog steeds de oude veldwegen die vroeger het gebied doorkruisten. Opvallend is dat de rij knotbomen doorloopt tot aan de rand van het water en dan opeens stopt. Hieraan is goed te zien dat hier vroeger een weg het dal doorkruiste.

Langs het water van het stuwmeer ligt een orchideeënweide. Hier groeit een groot aantal Gevlekte orchissen. In het zuidwesten ligt een vochtig weiland en een nat broekbos, het zogenaamde Dentgenbacherbosje. Op een weitje in dit deel staan in de zomer vele orchideeën.

De westelijke dalhelling, onderlangs de Dentgenbacherweg, werd in de Middeleeuwen ontbost ten behoeve van de landbouw. Oude boerenhoeven als Nieuw-Ehrenstein en Klaren Anstel getuigen hier nog van. Ook tegenwoordig wordt deze helling nog voor landbouw gebruikt. Er liggen akkers en weilanden en enkele restanten van hoogstamboomgaarden. Uit archeologische vondsten blijkt dat het dal nabij Erenstein al in de Romeinse tijd werd bewoond.

Prachtige wandelroutes in dit gebied zijn de Cranenweyer Route en de Grupello Route, die u hier kunt downloaden.

Spread the word. Share this post!